Contacteer ons: 058 53 38 33

Aquaduin / IWVA ov

> Nieuws

Projectsubsidies Natuur van start gegaan

Projectsubsidies Natuur: Bestrijding van exoten in ‘Waterwinning Sint-André’ te Koksijde (20-000220)

Waterwingebied Sint-André te Koksijde heeft een totale oppervlakte van zo’n 127 hectare en omvat het natuurgebied De Doornpanne. Watermaatschappij Aquaduin, het vroegere IWVA, is eigenaar en beheerder van het gebied. Het waterwingebied behoort volledig tot Habitatrichtlijngebied SBZ-H ‘BE2500001 - Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin’. We vinden er verschillende Europees beschermde habitattypes die eigen zijn aan de kustduinen. Duinstruweel (natura2000-habitatcode: 2160) neemt het grootste deel van de oppervlakte voor zijn rekening. De meest prominente vertegenwoordiger van dit habitattype is de duindoorn die aanzienlijke delen van het gebied bedekt met een quasi ondoordringbaar kluwen van doornige takken. Tussen deze matrix van duinstruweel vinden we ook mooie stukken duingrasland, ook wel vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie genaamd (2130) die jaarrond begraasd worden door ezels en shetlandpony’s. Verder weet ook duinstruweel van kruipwilg (2170) zich te handhaven, naast kleine oppervlaktes van wandelende duinen met helmgras (2120). In het zuidwesten werd door het kunstmatig infiltreren van uiterst gezuiverd afvalwater in combinatie met hooilandbeheer een soortenrijke vochtige duinvallei (2190) gecreëerd waar talrijke orchideeënsoorten en het zeldzame kruid parnassia te bewonderen zijn.

Ondanks het volgehouden beheer wordt deze natuurpracht echter bedreigd door de opgang van exotische en niet-streekeigen planten. Vooral het duinstruweel en het duinstruweel van kruipwilg hebben te lijden onder verbossing door onder meer gewone esdoorn, Amerikaanse vogelkers, grauwe en witte abeel. De bestrijding bestond tot nu toe uit het kappen of ringen van deze soorten, waarna de nieuwe scheuten zo veel mogelijk werden afgeslagen in de daaropvolgende jaren. Het werd echter snel duidelijk dat we te maken hebben met taaie klanten die gemakkelijk opnieuw uitlopen na gekapt of geringd te zijn. Er werd daarom beslist om de bestrijding grondiger aan te pakken. In 2020 en 2021 werden de haarden van de te bestrijden bomen en struiken gelokaliseerd en één voor één op kaart gezet met behulp van de in het veld vastgelegde gps-coördinaten. Met deze kaart hebben we een handige tool in handen om nauwgezet elke haard aan te pakken tijdens de uitvoering van de werken.


Locaties van haarden van Amerikaanse vogelkers, gewone esdoorn, grauwe en witte abeel geplot op een satellietbeeld van het waterwinningsgebied

Om de vorming van nieuwe scheuten tegen te gaan worden de exoten gekapt en worden de stronken daarna ook nog uitgefreesd met een stronkenfrees. De abelen daarentegen worden zorgvuldig geringd en daarna opgevolgd om eventuele nieuwe groei tijdig te bestrijden. Deze soorten reageren immers op het kappen door het vormen van talloze worteluitlopers die heel moeilijk te bestrijden zijn. Indien de bomen geringd worden sterven deze geleidelijk aan en worden er veel minder uitlopers gevormd.

Naast de exotenbestrijding in het duinstruweel zal ook een poel geruimd worden in functie van mogelijke vestiging van de soorten rugstreeppad en eventueel kamsalamander alsook om het dichtgroeien van de poel tegen te gaan. Het is de bedoeling om de steeds groeiende sliblaag inclusief begroeiing met grote Lisdodde en riet te verwijderen tot op de minerale bodem. Op deze manier wordt de overschaduwing van de poel verminderd en kan de ondiepe oeverzone van de poel sneller opwarmen aangezien de dichte vegetatie van lisdodde en riet het water tijdelijk niet meer zal overschaduwen. Al het slib zal worden afgevoerd en verwerkt buiten het waterwingebied.

De subsidie voor dit project bedraagt maximaal 43 799,35 euro en komt ten laste van het MINA-fonds van de Vlaamse Gemeenschap en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

 

Projectsubsidies Natuur: Ontwikkeling van Europese natuurdoelen in de Krakeelduinen te De Panne (20-000208)

De Krakeelduinen in De Panne zijn een duingebied gelegen tussen het Westhoekreservaat en het westelijke deel van het Calmeynbos. Watermaatschappij Aquaduin is eigenaar en beheerder van dit duingebied. Centraal vinden we een open landschap dat het habitattype vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (natura2000-habitatcode: 2130) herbergt. Dit duingrasland wordt begraasd door schapen. Naast het duingrasland wordt een aanzienlijk deel van de Krakeelduinen ingenomen door dicht struikgewas. Dit struikgewas behoort tot het habitattype duinstruweel (2160). In het oosten, op de grens met het Calmeynbos gaat het duinstruweel over in natuurlijk loofbos van de kustduinen (2180). Doorheen het gebied lopen verschillende evenwijdige laantjes die lager liggen dan het omliggende terrein. Deze laantjes werden in het verleden aangelegd in functie van de waterwinning. Vandaag de dag wordt nog slechts een beperkte hoeveelheid water onttrokken in het Calmeynbos, waardoor het grondwaterpeil in de Krakeelduinen zich kon herstellen en we nu verschillende vochtminnende planten zoals onder meer orchideeën en het zeldzame kruid parnassia kunnen bewonderen in deze laantjes.

De duinhabitats staan echter onder toenemende druk van exotische en niet-streekeigen plantensoorten. Vanuit het Calmeynbos breiden gewone esdoorn en in mindere mate ook Noorse esdoorn zich heel succesvol uit in het aanliggende duinstruweel en duingrasland, waardoor de inheemse plantensoorten worden verstikt door de diepe schaduw die deze bomen werpen. Daarnaast zien we ook uitbreiding van grauwe en witte abeel via hun agressieve worteluitlopers, van Amerikaanse vogelkers via zaadverspreiding en ook van mahonie. Aquaduin besliste om het duinstruweel en het duingrasland de komende jaren grondig te herstellen en kreeg hiervoor de steun van Vlaanderen en Europa.

Verspreid over de Krakeelduinen (groene zones met cijfer 1 op onderstaande kaart) komen verschillende haarden van esdoorn, grauwe en witte abeel en Amerikaanse vogelkers voor. Deze haarden werden gelokaliseerd en één voor één op kaart gezet met behulp van de in het veld vastgelegde gps-coördinaten. De esdoorns en de Amerikaanse vogelkersen zullen worden gekapt en de stronken uitgefreesd. De abelen zullen worden geringd om de vorming van worteluitlopers te beperken. De komende twee jaar worden alle eventuele nieuwe scheuten afgeslagen.

In het zuiden van de Krakeelduinen (paarse zone met cijfer 2) wordt een bosrand teruggezet tot op de oorspronkelijke boszoomlijn. Deze bosrand bestaat bijna uitsluitend uit jonge esdoorns die het duinstruweel verstikken. De bomen worden gekapt en de stronken worden uitgefreesd. Het overgebleven struweel aan de randen en de oude essen in het centrum worden weliswaar behouden.

In het zuidwesten wordt een bosje gedomineerd door gewone esdoorn gekapt (gearceerde zone met cijfer 3). Het vroeger aanwezige duinstruweel is volledig verdrongen door de snelgroeiende esdoorns. De stronken worden uitgefreesd om nieuwe scheuten zoveel mogelijk te vermijden. Deze zone wordt opnieuw beplant met inheemse en streekeigen bomen en struiken. Ook het met geel aangeduide stuk iets meer naar het oosten wordt opnieuw beplant (telkens cijfer 4).

In het oosten (fuchsia gearceerd gebied met cijfer 5) wordt de bosrand teruggezet tot op de oorspronkelijke boszoomlijn. De esdoorns worden gekapt en het hout wordt afgevoerd. De stronken worden niet uitgefreesd zodat deze terug kunnen uitlopen. Het is de bedoeling om hier in de toekomst hakhoutbeheer toe te passen waardoor er periodiek meer licht invalt op de bosbodem. Op deze manier wordt de uitbreiding van de esdoorns in het duingrasland en het duinstruweel een halt toegeroepen en kan het nog aanwezige duinstruweel zich handhaven. Naar het noorden toe vinden we meer abelen. Deze bomen zullen worden geringd zodat hun uitbreiding in het duingrasland en hun strooiseldepositie worden gestopt.

Tot slot wordt een schapenraster geïnstalleerd in functie van een nieuw te realiseren extensieve schapenbegrazing. De locatie van dit raster is aangeduid met een rode lijn en cijfer 6.


Overzicht van de ingrepen binnen PSN-dossier 20-000208

De subsidie voor dit project bedraagt maximaal 85 465,54 euro en komt ten laste van het MINA-fonds van de Vlaamse Gemeenschap en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

 

Verantwoordelijke uitgever: Thomas Rogier (Aquaduin)

E-mailadres: thomas.rogier@aquaduin.be

 

Met de steun van ELFPO

www.vlaanderen.be/pdpo

27.01.2022
Terug naar het nieuwsoverzicht